Thermoregulatie

Deel deze pagina met vrienden!

Voor het welzijn van het paard is het belangrijk dat je als eigenaar weet hoe het paard met zijn lichaamswarmte omgaat. Hoe houdt hij zichzelf warm in de winter? Maar ook zeker belangrijk; Hoe koelt hij zichzelf weer af na inspanning?

 

Net als mensen zijn paarden warmbloedig. Ze hebben een constante lichaamstemperatuur die voor elk paard tussen de 37,2 en 38 °C ligt. Om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden, produceert het paard warmte om zich warm te houden of geeft het warmte af aan de (koudere) omgeving om af te koelen. Dit proces wordt thermoregulatie genoemd. Waarom is thermoregulatie zo belangrijk? Schommelingen buiten de normaalwaardes voor de lichaamstemperatuur (37,2 en 38 °C) kunnen leiden tot gezondheidsproblemen of zelfs de dood. Denk aan onderkoeling of oververhitting. 

Thermoregulatie wordt geregeld door zweten, de ademhaling, bloedcirculatie en door de vacht. Je kunt je voorstellen dat het paard energie verbruikt om zijn lichaamstemperatuur constant te houden. Echter wanneer het paard in zijn comfortzone zit verbruikt hij minder energie dan buiten zijn comfortzone. De comfortzone van een paard ligt tussen de -5°C en 15°C (let op: een geschoren paard is gevoeliger voor koude omgevingstemperaturen.). Maar hoe werkt het nou precies...?

 

Als het koud weer is, probeert het paard zijn warmte vast te houden. Hierbij vernauwen de bloedvaatjes onder de huid. Op deze manier kan er minder bloed doorheen stromen, omdat het bloed warm is kan er minder warmte via het bloed aan de omgevingen worden afgegeven. Tevens gaat de vacht van het paard een beetje overeind staan zodat er een luchtlaagje ontstaat. Dit luchtlaag heeft een isolerende werking en blijft het paard ook lekker warm.

 

Bij warm weer of inspanning wordt het koelmechanisme in werking gesteld. Dan werkt het precies andersom, de bloedvaten verwijden zich en er stroomt meer bloed doorheen. Op deze manier wordt warmte aan de omgeving afgegeven en koelt het paard af. Ook door zweten koelt het paard zichzelf af. De zweetklieren scheiden vocht uit, dat vervolgens verdampt op de huid. Door de verdamping wordt warmte onttrokken aan de huid waardoor het paard afkoelt. Geef je paard na inspanning voldoende toegang tot vers water om het verlies van vocht weer aan te vullen. Maar leg het paard ook niet meteen een deken op na inspanning! Zo belemmer je het proces van het paard om af te koelen en blijft hij zelfs langer warm wat weer consequenties kan hebben voor de pezen en spieren.

Het is bij het afkoelen echter wel belangrijk om na te gaan of het paard geschoren is of niet. Bij een geschoren paard moet de vacht gecompenseerd worden.

 


Bo Hopmans

Copyright Hartslagmeting Bo Hopmans: Wil je (delen van) teksten of afbeeldingen op deze website gebruiken? Vaak is dat geen probleem, maar het is alleen mogelijk onder vermelding en na schriftelijke toestemming van Hartslagmeting Bo Hopmans.